Hulpverlening aan mensen zonder permanente verblijfsvergunning en asielzoekers




MATERIËLE HULPVERLENING


Het recht op materiële hulpverlening geldt voor elke asielzoeker vanaf de indiening van zijn/haar asielaanvraag en is van kracht gedurende de ganse asielprocedure, met inbegrip van de beroepsprocedure, ingesteld door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen op grond van artikel 39/2, paragraaf 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Het recht op materiële hulp is tevens van kracht tijdens de procedure van het administratieve cassatieberoep bij de Raad van State op grond van artikel 20, paragraaf 2, derde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Het recht op materiële hulp blijft behouden gedurende de termijnen voor het instellen van de in voorgaande lid bedoelde beroepsprocedures.

Het recht op materiële hulp geldt tevens voor de familieleden van de asielzoeker. Het recht op materiële hulp geldt tevens voor personen bedoeld in artikel 60 van deze wet.

Het recht op materiële hulp wordt verlengd wanneer de vreemdeling die verblijft in een opvangstructuur zich in een van de volgende situaties bevindt:
  • de vreemdeling van wie de asielprocedure en de procedure voor de Raad van State negatief zijn afgesloten en die om gestaafde medische redenen en steunend op een aanvraag tot machtiging tot verblijf op grond van artikel 9ter van voornoemde wet van 15 december 1980, geen gevolg kan geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten dat hem betekend werd;
  • de vreemdeling van wie de asielprocedure en de procedure voor de Raad van State negatief zijn afgesloten en die, om redenen van overmacht, andere dan medische redenen, bevestigd door de autoriteiten bevoegd voor asiel en migratie, geen gevolg kan geven aan het bevel het grondgebied te verlaten dat hem betekend werd;
  • de vreemdeling van wie de asielprocedure en de procedure voor de Raad van State negatief zijn afgesloten en die een familielid heeft of een persoon die het ouderlijk gezag of de voogdij over hem uitoefent op grond van de wet die van toepassing is, overeenkomstig artikel 35 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht, die binnen het toepassingsgebied van deze wet valt;
  • de vreemdeling van wie de asielprocedure en de procedure voor de Raad van State negatief zijn afgesloten en die een verbintenis tot vrijwillige terugkeer heeft ondertekend, en dit tot zijn vertrek, tenzij dit vertrek uitgesteld wordt door zijn eigen gedrag;

De maatschappelijke dienstverlening wordt door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn verstrekt wanneer de toewijzing van artikel 11, paragraaf 1, of wanneer de begunstigde van de opvang een statuut van tijdelijke bescherming kreeg toegekend in toepassing van artikel 10, 3° of 4°. Met uitzondering van Boek II is deze wet niet van toepassing op het verstrekken van de maatschappelijke dienstverlening zoals bedoeld in paragraaf 1 aan de begunstigde van de opvang.

DRINGENDE MEDISCHE HULPVERLENING HULPVERLENING


Vreemdelingen zonder wettig verblijf hebben recht op Dringende Medische Hulp (artikel 57§2 van de OCMW-wet). Het Koninklijk Besluit betreffende de DMH van 12/12/1996 bepaalt dat: medische zorgen van zowel preventieve als curatieve aard onder "dringende medische hulp" kunnen vallen; ook nazorg kan hieronder worden opgenomen.

Deze medische hulp zowel ambulant (bijvoorbeeld door een huisarts of kinesist) als in een verplegingsinstelling (bijvoorbeeld een ziekenhuis) mag worden gegeven kosten van voeding, kleding en huisvesting niet onder dringende medisch hulp vallen.

Dringende medische hulp kan dus verstrekt worden door bijvoorbeeld: huisartsen, artsen-specialisten, tandartsen, apothekers, vroedvrouwen, para-medici, orthopedisten, bandagisten, logopedisten, ziekenhuizen, revalidatiecentra, dagcentra voor behandeling van toxicomanie, rust- en verzorgingstehuizen,… Sinds 1 juli 2006 kan dringende medische hulp ook verstrekt worden in psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen.

Indien een medisch getuigschrift wordt opgemaakt waaruit de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen blijkt, kunnen onder andere volgende situaties onder dringende medische hulp vallen:

  • revalidatie na een (zware) ingreep (bijvoorbeeld kinesitherapie)
  • onderzoeken die noodzakelijk zijn om tot een juiste diagnose te komen (echografie, RX, Scanner)
  • behandelingen (bijvoorbeeld chemotherapie bij kanker)
  • medicatie

Het begrip dringende medische hulp kan niet beperkt worden tot 'alles wat via de spoedgevallen-dienst van het ziekenhuis binnenkomt'.

WIE HEEFT ER RECHT OP DRINGENDE MEDISCHE HULP?



Het OCMW moet de kosten van deze dringende medische hulp betalen als aan drie voorwaarden is voldaan:

  • de persoon verblijft onwettig in België (ook EU-burgers kunnen onwettig in België verblijven
  • de persoon zonder papieren is behoeftig, dit blijkt uit sociaal onderzoek
  • er wordt een medisch getuigschrift voorgelegd waarin de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen wordt vastgesteld. Zo'n medisch getuigschrift moet opgemaakt worden door een (door het riziv) erkende medische zorgverstrekker