30006 - 23/10/2020 - Besluit gouverneur West-Vlaanderen - oplegging van een uniform en verplicht sluitingsuur vanaf 20.00 uur tot 05.00 uur ‘s morgens voor alle inrichtingen met alcoholische dranken in het aanbod, met inbegrip door middel van automaten



De gouverneur,

Gelet op de provinciewet van 30 april 1836, in het bijzonder op artikel 128;

Gelet op de wet van 6 maart 1818 betreffende de straffen uit te spreken tegen de overtreders van algemene verordeningen of te stellen bij provinciale of plaatselijke reglementen.

Gelet op artikel 65 van het Provinciedecreet van 9 september 2005;

Gelet op artikelen 4, 5, 7, 8 en 11 van de Wet op het Politieambt van 5 augustus 1992;

Gelet op de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken;

Gelet op de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank; Gelet op de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap;

Gelet op het Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID19 zoals gewijzigd door de navolgende besluiten;

Gelet op in het bijzonder het Ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID—19 te beperken, inzonderheid artikel 12;

Gelet op het Koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Gelet het Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijke en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de omzendbrief van 20 december 2003 betreffende de taken die de provinciale overheden voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken uitoefenen;

Gelet op het ministerieel schrijven inzake het beheer van de federale fase en de uitvoering van de lokale maatregelen van 24 juli 2020;

Onverminderd de toepassing van de vigerende wetten, reglementen en verordeningen die, ter ondersteuning van onderhavig besluit, het bezit en gebruik van alcoholhoudende dranken of roesverwekkende middelen beperkend regelen op het openbaar domein en de bevoegdheden van bestuurlijke, gerechtelijke en politionele overheden om op basis hiervan op te treden;

Gelet op het basisbelang van algemene preventie in het kader van de bestrijding van iedere pandemie;

Gelet op het alarmniveau 4 dat in het bijzonder geldt voor West-Vlaanderen;

Gelet op de doelstelling van artikel 12 van het voornoemde Ministerieel besluit van 18 oktober 2020 waarin expliciet is gesteld dat de verkoop van alcoholische dranken is verboden in alle inrichtingen, met inbegrip van automaten, vanaf 20.00 uur tot 05.00 uur ’s morgens;

Onverminderd de specifieke regelingen met betrekking tot sluitingsuren voor bepaalde inrichtingen, opgenomen in het voornoemde Ministerieel besluit van 18 oktober 2020 of in andere wetten, verordeningen of reglementen;

Overwegende dat de consideransen van het voornoemde besluit expliciet stipuleren dat het verbod, opgenomen in artikel 12, ertoe moet leiden om gedurende minstens al één maand bij te dragen tot het verminderen van feestelijkheden, samenkomsten en alcoholgebruik in omstandigheden waarbij de maatregelen van social distancing of het dragen van een mondmasker niet toegepast worden om aldus het aantal besmettingen en de overdracht van het virus te beperken;

Overwegende dat iedere maatregel met het oog op het beperken van de verspreiding van het virus proportioneel moet zijn aan de generieke maar ook specifieke omstandigheden;

Gelet op de ondertussen gekende verhouding tussen de verspreiding en de zichtbaarheid van de effecten ervan op sanitair vlak, waarbij een maatregel in de tijd moet worden getoetst aan de wetenschappelijke feiten;

Overwegende dat het inderdaad van primordiaal belang is om vooral niet de begeleidende omstandigheden te faciliteren zo niet te creëren waarbij het te gemakkelijk is om de gouden regels van de coronapreventie te overtreden, in het bijzonder het niet dragen van het mondmasker desgevallend in combinatie met een te korte afstand tussen personen en hierbij de verspreiding van het virus de facto te ondersteunen;

Overwegende dat het voor zich spreekt dat het gevraagde strikte preventieve gedrag moeilijker onder controle gehouden wordt op plaatsen waar alcohol wordt verkocht en in de omgeving ervan kan worden geconsumeerd of daartoe minstens uitnodigt;

Overwegende dat reeds daags na de inwerkingtreding van de bedoelde maatregel, meer bepaald vanaf 20 oktober 2020 om 00.01 uur, moet worden vastgesteld dat in weerwil van de zeer genuanceerde en gedetailleerde bepalingen allerhande constructies worden opgezet om de finaliteit en filosofie van de maatregel te omzeilen en te ontwijken én vooral het beoogde gezondheidsbeleid te ondergraven;

Overwegende dat het overlegcomité, integraal in lijn met het voornoemde Ministerieel besluit van 18 oktober 2020, uitdrukkelijk heeft aangedrongen op de handhaving van de inbreuken op en de ont- of afwijkingen ten aanzien van dit gestelde doel;

Overwegende dat alle diensten in de sanitaire- en veiligheidsondersteuning, zonder enge uitzondering, door de onvermijdbare capacitaire beperkingen moeten selecteren op prioriteiten om de prioritaire noden inzake volksgezondheid proberen te lenigen waarbij de preventie of het vermijden van afwijkend gedrag finaal de sleutel is op het meest efficiënte gebruik van de gelimiteerde middelen;

Overwegende dat in toepassing van artikel 30, 61, van het voornoemde Ministerieel besluit van 18 oktober 2020, de bevoegde lokale overheden, in overleg met de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten, aanvullende preventieve maatregelen kunnen nemen ten opzichte van deze in dit besluit voorzien; Overwegende dat het bijgevolg voor een voor iedereen verstaanbare, uniforme, consequente maar vooral daadkrachtige handhaving van het vooropgestelde gezondheidsbeleid, een evidentie is dat een gelijkschakeling wordt opgelegd voor het verbod op het verkopen, aanbieden, bereikbaar of beschikbaar stellen van alcoholische dranken vanaf 20:00 uur in of door eender welke inrichting, ook de automatische, die alcoholhoudende dranken in het aanbod hebben;

Overwegende dat hiervoor bij evidentie de nodige fysieke en materiële maatregelen of voorzieningen moeten worden getroffen zodat de andere activiteiten of goederen die desgevallend in of door deze inrichtingen worden aangeboden, op een gecontroleerde en controleerbare wijze kunnen worden verder gezet;

Overwegende dat wie hieraan niet kan voldoen, zijn activiteiten dan ook dient stop te zetten in lijn met het verbod op verkoop van alcohol vanaf 20:00 uur;

Overwegende dat het door de eenvoud van de duidelijkheid zowel voor de uitbaters én de gebruikers van al deze inrichtingen, ongeacht het al of niet onmiddellijke alcoholverbruik op het openbaar domein, de rechtszekerheid biedt dat niet abusievelijk of opzettelijk de vigerende beperkingen (kunnen) worden ontweken en de openbare gezondheid kan worden geschaad;

Gelet op de hoogdringendheid;

Besluit:

Artikel 1: Alle inrichtingen, met inbegrip van automaten, die alcoholische dranken te koop aanbieden of verschaffen, zijn verplichtend gesloten, afgesloten of onbereikbaar gemaakt voor ieder publiek vanaf 20.00 uur tot 05.00 uur ‘s morgens;

Artikel. 2: de inbreuken op onderhavig besluit kunnen worden bestraft met een gevangenisstraf van 8 tot 14 dagen en een geldboete van 26 tot 200 EURO of één van deze straffen afzonderlijk;

Artikel 3: De politiediensten worden gevraagd hierop controles uit te voeren en de vaststellingen hiervan over te maken aan de bevoegde justitiële diensten

Artikel 4: onderhavig besluit treedt in werking vanaf vrijdag 23 oktober 2020 om 00:00 uur tot op het ogenblik van de opheffing ervan

Artikel 5: onderhavig besluit wordt voor uitvoering overgemaakt aan de
- De burgemeesters van West-Vlaanderen
- De korpschefs van de lokale politiezones van West-Vlaanderen
- Directeur-coördinator van de provincie West-Vlaanderen
- De Heer Procureur des Konings van West-Vlaanderen

ter kennisgeving overgemaakt aan:
- De Heer de Eerste Minister, Alexander De Croo
- Mevrouw de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Annelies Verlinden
- De Minister-President van de Vlaamse regering, Jan Jambon,
- De Heer Procureur-generaal van Gent, Erwin Dernicourt
- De Heer Directeur-generaal van het Crisiscentrum, Bart Raeymaekers
- De Heer Préfet du Nord et Hauts de France, Michel Lalande

Onderhavig besluit wordt voor publieke kennisgeving overgemaakt aan:
- De burgemeesters van de kustgemeenten van de provincie West-Vlaanderen

Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld door binnen de zestig (60) dagen na ontvangst, een verzoekschrift tot schorsing of vernietiging in te dienen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het ondertekende verzoekschrift kan per aangetekende zending aan de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel worden gericht of elektronisch via http://eproadmin.raadvst-consetat.be.

Gedaan te Brugge, 22/10/2020