AARTRIJKSESTEENWEG




ONROEREND ERFGOED

Klik hier om de lijst van het onroerend erfgoed te Jabbeke, zoals beschreven in 2012, te consulteren.

De Aartrijksesteenweg loopt door Jabbeke, Snellegem en Zerkegem en is een verbindingsweg tussen het dorp van Jabbeke en Aartrijke. Deze weg werd in het begin van de 18de en 19de eeuw steeds beschouwd als het verlengde van de verbinding Vijfwege-Oostendsesteenweg over Stalhille (Cathilleweg) en Jabbeke (Stationsstraat).

In 1788 werd de Aartrijksesteenweg op het grondgebied van Snellegem en vooral Jabbeke recht getrokken, waardoor de bedding op het Jabbeekse grondgebied drastisch werd verlegd. De naam komt reeds in 1478 voor.De Aartrijksesteenweg kent een heterogene bebouwing - aansluitend bij de Gistelsteenweg - met losstaande eengezins- en twee-onderr-een-kapwoningen met de typische rode baksteenarchitectuur van de periode na de Tweede Wereldoorlog. Verder kunt u er losse eensgezinswoningen uit het derde kwart van de 20ste eeuw vinden ter hoogte van de verkaveling langs de Oude Stokerijstraat. De oudste woningen langs de Aartrijksesteenweg zijn hoeves en eenvoudige dorpswoningen.

Typ!isch voor de Aartrijksesteenweg zijn de onverharde wegen die erop uitkomen. Langs de Lange Dreef zijn onder andere houten vakantiehuizen geconcentreerd. Ten westen van de Aartrijksesteenweg bevindt zich de begraafplaats van Jabbeke, in gebruik sinds 1979.

HOEVE D'OUDE STOKERIJ

Deze hoeve gaat terug op het neerhof van een minimaal 16de-eeuwse kasteelsite 'Zuytveld', waarvan het opperhof op nummer 72 kan gesitueerd worden. Op de kaart van Pieter Pourbus (1571) is de site weergegeven als een kasteel met twee losse bestanddelen, op een omwald erf. Op een lijst met vervallen hofsteden uit 1748 blijkt dat het woonhuis nog bestaat, maar dat alle bijgebouwen afgebroken zijn. Circa 1760 werd de hoeve opnieuw in gebruik genomen. De walgracht werd deels gedempt en ten oosten, palend aan het woonhuis, werd de huidige runderstal gebouwd, ten zuiden een nieuwe schuur en ten westen een nieuwe varkensstal.

Op de kaart van Ferraris (1771-1778) blijkt de kasteelsite nog steeds te bestaan. 'Ch. Scheyvelde' wordt getekend als een vierkant omwald opperhof met rechthoekig bouwvolume en siertuin, ten noorden met drie losse volumes. In de 19de eeuw is de kasteelsite tot een landbouwbedrijf geëvolueerd.

Op de Atlas der Buurtwegen (1844) wordt het geheel 'd'Oude Stokerije' genoemd, met een samenstelling die niet afwijkt van die op de Ferrariskaart. De nieuwe naam is afgeleid van een graanbrandewijnstokerij die hier sinds 1775 in gebruik was. Op de kaart van 1844 is tevens te zien dat het neerhof aan drie zijden is omgracht, met een poel in de noordoosthoek.

In 1844 is de Aartrijksesteenweg reeds getrokken, waardoor de hoeves elk een nieuwe erftoegang aan de westkant krijgen. Anno 2006 worden de gebouwen van het opperhof (nummer 72) niet meer gebruikt, de hoeve op het neerhof (nummer 70) is nog steeds in gebruik.

Daarnaast zijn er nog hoeves terug te vinden op het nummer 91 en het nummer 93.

HET SCHEPENHOF

Deze merkwaardige hoeve - gelegen Aartrijksesteenweg 91 - ligt op het Catteveld. In 1692 werd ze omschreven als 'synde een hofstede commende metten oosthende aenden Caewegh'. Ze was op dat moment eigendom van Adriaen Stalpaert. Het was tevens een pachthof. Het perceel van het hof zelf had een oppervlakte van 288 roeden. In 1748 bedroeg de oppervalkte die bij de hoeve hoorde 23 gemeten en 156 roeden. Door verdere aankopen van opeenvolgende eigenaars steeg de totale oppervlakte tot 81 gemeten en 293 roeden (1755). Daar de eigenaars graag op jacht gingen, was de helft hiervan bebost.

Op de lijst van vervallen hofsteden uit 1751 komt deze hoeve ook voor. Na de openbare verkoop - kort na het decreet van 1755 - moeten de nieuwe eigenaars de hoeve gedeeltelijk herbouwd hebben. Het woonhuis en de stallen dateren dan ook waarschijnlijk uit deze periode. De schuur werd omstreeks 1880-1890 in noord-zuidrichting gebouwd, waarvoor het houten gebouw werd afgebroken.

Op het moment dat Leon Jonckheere hier woonde, was hij tevens burgemeester van Jabbeke (1932-1941).

HOEVE HET ZUYTVELD

Gelegen langs de Aartrijksesteenweg nr. 72. Het is een hoeve met losse bestanddelen op een rechthoekig omwald, onverhard erf. De hoeve gaat vermoedelijk terug tot het opperhof van een 16de-eeuwse kasteelsite "Zuytveld", gedurende de 19de eeuw tot een landbouwbedrijf geëvolueerd. Op de kaart van Pieter Pourbus (1571) is de site weergegeven als een kasteel en twee losse gebouwen, op een omwald erf. De literatuur wijst tevens op een ondertussen verdwenen jaartal "1675" op de balken van het woonhuis van de hoeve op nr. 70. Op de kaart van Ferraris (1771-1778) blijkt de kasteelsite nog steeds te bestaan: "Ch. Scher(m)velde" wordt getekend als een vierkant omwald opperhof met rechthoekig volume en siertuin, met ten noorden een neerhof met drie losse volumes waaronder het L-vormige huis met stal; ten noorden een boomgaard en een dreef die leidt naar de huidige Oude Stokerijstraat.

In de 19de eeuw is de kasteelsite tot een landbouwbedrijf geëvolueerd. Op de Atlas der Buurtwegen (1844) wordt het geheel "D' Oude Stokerije" genoemd, met een samenstelling die niet afwijkt van deze op de Ferrariskaart. Op deze kaart is tevens duidelijk te zien dat het neerhof door een grachtenpatroon eveneens aan drie zijden is omgracht, met een poel in de noordoosthoek. In 1844 is de Aartrijksesteenweg al getrokken, waardoor de hoeves elk een nieuwe erftoegang aan de westkant krijgen. Het kadaster leert dat op dat moment de erfgenamen van Theodor De Jonghe (Gent) eigenaar zijn van het geheel, vanaf 1845 is de familie Vandergracht (Gent) eigenaar. In 1863 wordt op het opperhof, ten zuiden van het woonhuis, een haakse dwarsschuur gebouwd. In 1881 geeft het kadaster een aantal wijzigingen door die ca. 1875 plaats vonden, onder de nieuwe eigenaars della Faille d'Huysse: het woonhuis op het opperhof wordt aangepast, op het neerhof wordt het westelijke volume afgebroken en meer westelijk opnieuw opgebouwd. In 1901 wordt op het opperhof een klein volume, wellicht bakhuis of stalletje, opgetrokken, dat anno 2005 verdwenen is. Midden 20ste eeuw wordt de schuur van het opperhof verlengd, over de walgracht heen. Het westelijke bedrijfsgebouw op het neerhof wordt door moderne loodsen vervangen; de L-vormige stal die bij het woonhuis aansluit wordt deels vervangen door nieuwbouw. Anno 2005-2006 worden de gebouwen op het opperhof (nr. 72) niet gebruikt; de hoeve op het neerhof (nr. 70) is nog steeds bedrijvig.

Beschrijving. Hoeve bestaande uit twee losse bakstenen volumes op een onverhard, rechthoekig omgracht erf. Twee niet meer gebruikte erfopritten leiden vanaf de Aartrijksesteenweg naar de leegstaande hoeve. Het boerenhuis gaat wellicht terug op het kasteelvolume, maar werd sterk aangepast. Het werd gereduceerd tot een laag bakstenen volume van vier traveeën onder een laag, deels mank pannen zadeldak (nok haaks op steenweg, Vlaamse pannen). Witgekalkte gevels met gepekte plint, licht getoogde muuropeningen, beluikte vensters.

Ten zuiden van het woonhuis, een 19de-eeuwse enkelvoudige dwarsschuur met geïncorporeerde stallen, die midden 20ste eeuw werd verlengd. Witgekalkte baksteenbouw met gepekte plint, onder pannen zadeldak (nok // straat). Een rechthoekige schuurpoort tot onder de dakrand, kleine stalvensters en een lage staldeur.

HOEVE LANGS DE 'WATERSTRAAT'

Gelegen aan de Aartrijksesteenweg nr. 91. Het is een hoeve met losse bestanddelen op een onverhard erf, gelegen langs de zgn. "Waterstraat", een aarden wegel die vanaf de Aartrijksesteenweg naar de Eernegemweg leidt, op het Primitief kadasterplan (1830) "koeyweg" genoemd. Volgens Desmedt ook "Schepenwegelken" genoemd: ooit woonde de burgemeester in deze hoeve; de schepenen kwamen hier vergaderen.

De eerste vermelding van deze hoeve dateert van 1692. Op een lijst van vervallen hofsteden van 1752 wordt de hoeve beschreven als een boerenhuis in zeer slechte staat en onbruikbare schuur, koeienstal, wagenhuis en varkensstal. Van Eenoo vermeldt dat de hoeve onder druk van de Brugse Vrije ca. 1751-1755 werd heropgebouwd. Op de Ferrariskaart (1771-1778) wordt de hoeve afgebeeld als twee parallelle volumes op een met bomen afgezoomd en omhaagd erf. Het Primitief kadasterplan en de Atlas der Buurtwegen (1844) vullen deze samenstelling aan met een bakhuisje ten noorden van het boerenhuis. In 1881 wordt het woonhuis-stalvolume naar het oosten toe verlengd en wordt een klein stalvolume ten westen van het huis gebouwd. In 1892 wordt de zuidelijke schuur afgebroken en vervangen door een nieuw schuurvolume ten westen van het erf. In 1945 wordt het woonhuis uitgebreid, het stalletje groter heropgebouwd en verschijnt ten oosten van de weg een loods.

Hoeve met vier losse bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken, aan twee zijden van een onverhard erf met mestvaalt geschikt. Het erf is deels met een moerbeihaag omzoomd; er zijn resten van een boomgaard. 18de-eeuws boerenhuis van het langgeveltype ten noorden van het erf, aan erfzijde met een bakstenen stoep. Woonhuis van vijf traveeën + ten oosten aansluitende stal van een viertal traveeën, in 1881 met twee traveeën verlengd in opdracht van de familie della Faille d'Huysse. Witgekalkte baksteenbouw met gepekte plint onder mank pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok haaks op Waterstraat). Rood geschilderd schrijnwerk. Huis met licht getoogde vensters, waarvan twee beluikt; stal met laaddeur als klimmend dakvenster, kleine stalvensters en lage staldeuren. Rondbogig zoldervenster in zijpuntgevel aan de straat, waarboven een beeldnis met kruisornament. Ten noorden van het woonhuis, een bakstenen bakhuis onder geknikt pannen zadeldak, witgekalkte gevels. Ten westen van het woonhuis, een bakstenen stal uit 1881.Haaks op het woonhuis, aan de westkant van het erf, het schuurvolume van 1892. Bruine baksteenbouw onder pannen zadeldak (nok // Waterstraat). Dubbele dwarsschuur met geïncorporeerd dubbel wagenhuis ten noorden. Rechthoekige schuurpoorten tot onder de dakrand. Poortopeningen van het wagenhuis zijn segmentbogig.